Het ijzige noorden van Zweden wordt gepresenteerd als de groene toekomst van Europa, maar voor de Sámi betekent elke windmolen en mijn het verlies van een stukje van hun eeuwenoude cultuur.
De lente is aangekomen in Jokkmokk, maar rendierherder Jonas Vannar trekt dit jaar niet te voet met zijn kudde de bergen in. In plaats daarvan staat hij op zijn oprit te sleutelen aan zijn sneeuwmobiel. De traditionele migratieroutes van zijn rendieren zijn zo versnipperd door industriële projecten dat hij zijn dieren per vrachtwagen moet vervoeren. “Natuurlijk zou het voor de rendieren beter zijn als ze konden wandelen, dat is hoe het hoort. Maar het is wat het is, we roeien met de riemen die we hebben”, vertelt Vannar met een mengeling van berusting en frustratie.
Van kolonisatie naar groene transitie
De Sámi, Europa’s laatste inheemse volk, leven al meer dan duizend jaar in het noorden van Skandinavië. Hun geschiedenis is er een van geleidelijk landverlies. Zweden, land zonder kolonies, koloniseerde het noorden en werd een der meest welvarende staten ter wereld. Telkens verloren de Sami een puzzelstukje. Nu dreigt de groene transitie dit proces te voltooien.
Zweden heeft grootse plannen: het wil ‘s werelds eerste fossielvrije welvaartstaat worden. Daarvoor kijkt het opnieuw naar het noorden, waar zich de grootste Europese voorraden aan zeldzame aardmetalen bevinden. Deze resources zijn hoofdzakelijk gelegen op Sámi-land, dat steeds meer onder druk komt te staan van groene energieprojecten, waaronder windparken, mijnbouwuitbreidingen voor zeldzame aardmetalen en bosbouw.
De prijs van groen staal
Een van de meest ambitieuze projecten is de productie van ‘groen staal’ – waarbij waterstof in plaats van steenkool wordt gebruikt. Groen staal vergt obscene hoeveelheden energie – de plannen van een van de drie projecten alleen al komen uit op de helft van het huidige Zweedse energieverbruik. Om deze energie op te wekken, verschijnen overal in het noorden windparken.
Voor de Sámi betekent dit een nieuwe bedreiging. “Niemand wil een windmolen in de achtertuin. Daarom bouwen ze die waar niemand woont. Drie keer raden waar mijn rendieren zijn? Waar niemand woont”, zegt Vannar. Rendieren mijden instinctief het geluid van windmolens, waardoor weer een stuk graasland verloren gaat.
De mythe van co-existentie
Zweden pleit voor ‘co-existentie’ tussen verschillende activiteiten op hetzelfde land, maar de Sámi ervaren dit als een eufemisme. “Co-existentie? Ik háát dat woord”, zegt Vannar. “Omdat het betekent dat ik moet inbinden. Als herder kan ik onmogelijk samenleven met een mijn of een windpark met duizend molens.”
Recent onderzoek van het Stockholm Environment Institute toont aan dat de overeenkomsten wel enige positieve bijdragen leveren om schade aan de rendieren te beperken, maar ook aanzienlijke risico’s meebrengen. De machtsverhoudingen zijn scheef: Sámi-gemeenschappen hebben weinig echte keuze dan akkoord te gaan met projecten die hun land aantasten.
Klimaatverandering als dubbele last
De Sámi worden geconfronteerd met wat onderzoekers een ‘dubbele last’ noemen. De cumulatieve effecten van negatieve gevolgen van zowel klimaatverandering als de groene transitie creëren een dubbele last die onvoldoende wordt aangepakt door autoriteiten en bedrijven.
Klimaatverandering veroorzaakt al instabielere weersomstandigheden en veranderingen in de vegetatie die het rendierhouderij bemoeilijken. Zweedse rendierhouders ervaren klimaatverandering als nog een extra belasting in hun dagelijkse strijd. Ze hebben ernstige en sneller veranderende, instabiele weersomstandigheden meegemaakt met bijbehorende veranderingen in vegetatie en wijzigingen in de vries-dooi cyclus.
Internationale aandacht groeit
De situatie trekt steeds meer internationale aandacht. Bij een machtig nevenement tijdens het VN Permanent Forum (United Nations Permanent Forum on Indigenous Issues, UNPFII) voor Inheemse Kwesties kwamen inheemse rendierherders, Sámi politieke leiders en internationale experts bijeen om de uitdagingen van landversnippering onder de aandacht te brengen.
Sara-Elvira Kuhmunen, voorzitter van de Sámi Youth Association in Zweden, was duidelijk: “Voor ons is de zogenaamde groene transitie een donkere transitie als het inheemse rechten opoffert. We hebben onderwijs, leiderschap en erkenning nodig dat onze toekomst niet vervangbaar is.”
Botsende wereldvisies
Het conflict gaat dieper dan alleen landgebruik. Verschillende mensen kijken anders naar duurzame ontwikkeling. De groene transitie is een strategie van ecologische modernisering: we lossen onze problemen op met technologie, omarmen economische groei en zetten ons leven voort als voorheen. Maar de rendierherders hebben een ander begrip van duurzame ontwikkeling.
Voor de Sámi gaat het om een fundamenteel ander begrip van duurzaamheid – een dat niet gebaseerd is op oneindige groei, maar op harmonie met de natuur. “In andere delen van de wereld worden inheemse volkeren gedood. In Zweden doen we dat niet: hier hongeren we ze langzaam uit”, sneert Vannar. “Uiteindelijk is het resultaat hetzelfde, alleen duurt het langer. En gebeurt het in de naam van democratie.”
Een onzekere toekomst
Voor veel jonge Sámi is de toekomst van hun cultuur onzeker. Carl-Johan Utsi, fotograaf en rendierherder, kijkt bezorgd naar de toekomst van zijn vijftienjarige zoon: “Onze cultuur gaat niet verloren omdat herders hun job opgeven, wel omdat ze geen opvolgers vinden.”
De vraag blijft of Europa zijn groene ambities kan realiseren zonder zijn eigen inheemse volk op te offeren. Terwijl de groene transitie vaart krijgt, lopen de Sámi het risico het laatste puzzelstukje van hun eeuwenoude cultuur te verliezen – ironisch genoeg in naam van het redden van de planeet.
Met de groeiende urgentie van klimaatactie en Europa’s streven naar strategische autonomie, wordt het conflict tussen groene ambities en inheemse rechten alleen maar scherper. Voor de Sámi is dit niet alleen een strijd om land, maar om het voortbestaan van een unieke manier van leven die duizenden jaren heeft standgehouden.